legitimiteit
Nederlands
Woordafbreking
- le·gi·ti·mi·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | legitimiteit | legitimiteiten |
verkleinwoord | legitimiteitje | legitimiteitjes |
Zelfstandig naamwoord
legitimiteit v [1]
- (juridisch) overeenstemming met het geschreven recht
- het legitiem zijn, de wettigheid
Afgeleide begrippen
- legitimiteitscrisis
Gangbaarheid
- Het woord legitimiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'legitimiteit' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.