leercontract
Nederlands
Woordafbreking
- leer·con·tract
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leer ww en contract
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leercontract | leercontracten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
leercontract o
- (België) onderwijs voor leerlingen tussen de 16 en 25 jaar waarbij 1 dag per week theoretische onderwijs wordt gegeven en 4 dagen er een praktische beroepsopleiding is in een onderneming
- Het Gregorius College vraagt aspirant-leerlingen de katholieke grondslag van de school te respecteren. Afspraken hierover worden vastgelegd in een school-leercontract en de regels zijn opgenomen in schoolgids en leerlingenstatuut. Zowel in als buiten de lessen is het verboden kledingstukken en accessoires te dragen die geassocieerd kunnen worden met een niet-katholieke of niet-christelijke levensovertuiging. Ook het dragen van hoofddeksels is verboden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord leercontract staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leercontract' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC 6 augustus 2003
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.