leefwereld
Nederlands
Woordafbreking
- leef·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leef ww en wereld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leefwereld | leefwerelden |
verkleinwoord | leefwereldje | leefwereldjes |
Zelfstandig naamwoord
leefwereld v/m [1]
- dat deel van de werld waarin men leeft volgens het eigen gevoel
- Is er ruimte in de markt voor nog een christelijke titel? „Wij denken van wel. Uit een grootschalige marktonderzoek dat we hebben laten uitvoeren blijkt ook dat christelijke jongeren behoefte hebben aan een nieuwe titel die is toegesneden op hun leefwereld. Die uitkomst past bij wat de EO en het Nederlands Dagblad zien in hun kijk- en lezersonderzoeken: ze hebben steeds meer moeite jongeren te bereiken. Dat demografische gat proberen wij te vullen.”[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord leefwereld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leefwereld' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.