leedvermaak
Nederlands
Woordafbreking
- leed·ver·maak
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘genoegen over andermans ongeluk’ voor het eerst aangetroffen in 1811 [1]
- samenstelling van leed en vermaak [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leedvermaak | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
leedvermaak o
- het genoegen scheppen in het leed van een ander
- Hij kon zijn leedvermaak nauwelijks onderdrukken toen zijn rivaal ten val kwam.
Vertalingen
1. het genoegen scheppen in het leed van een ander
Gangbaarheid
- Het woord leedvermaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leedvermaak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.