lean

Engels

Bijvoeglijk naamwoord

lean

  1. (persoon) mager, tenger
  2. (vlees) mager


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
leer

lean

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van leer
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van leer
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.