lauweren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lau·we·ren

Zelfstandig naamwoord

lauweren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lauwer
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lauweren
lauwerde
gelauwerd
zwak -d volledig

Werkwoord

lauweren

  1. bewonderen, eren

Gangbaarheid

  • Het woord lauweren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.