lauweren
Nederlands
Woordafbreking
- lau·we·ren
Zelfstandig naamwoord
lauweren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lauwer
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lauweren |
lauwerde |
gelauwerd |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord lauweren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lauweren' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.