later

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  later    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlaː.tər/
Woordafbreking
  • la·ter

Bijvoeglijk naamwoord

later

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van laat
stellend
onverbogen later
verbogen latere
partitief laters

Bijvoeglijk naamwoord

later [1]

  1. verder verstreken in de tijd, nieuwer
  2. na verloop van zekere tijd
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Hoe later op de avond hoe schoner volk
Vertalingen

Bijwoord

later

  1. op een tijd die in de toekomst ligt ten opzichte van het besprokene
    • Dat zul je later wel begrijpen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord later staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen


Engels

Bijwoord

later

  1. straks
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.