lasser

Een lasser aan het werk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • las·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van lassen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord lasser lassers
verkleinwoord lassertje lassertjes

Zelfstandig naamwoord

lasser m

  1. (beroep) iemand die stukken metaal op een naad door sterke plaatselijke verhitting verbindt
    • Hij is een ervaren lasser. 
Hyponiemen
  • booglasser, druklasser, kabellasser, monteur-lasser, pijplasser, plaatlasser, spiegellasser
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.