landrat
Nederlands
Woordafbreking
- land·rat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van land zn en rat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landrat | landratten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
landrat v/m [1]
- (pejoratief) persoon die op het land woont en nooit op zee komt
- Ik heb een hekel aan de uitspraak: De kust is de rand van het land. Kustbewoners staan altijd met hun achterste naar de zee, ze kijken naar het binnenland en ontvangen de mensen. De anderen, de landratten, zien de kust als de weidsheid, de horizon, de rust. Het zij zo. We moeten niet te veel flauwekul vertellen over de kust, dat is pure commerce. [2]
- Volgens mij lijken die dingen op vrijheid, maar om daar zeker van te zijn, wilde ik de zaak opnieuw bekijken, langer en beter. Daarop stuurde de landrat met het koffertje charmante e-mails naar rederijen in de haven van Antwerpen. Niemand reageerde. [3]
Gangbaarheid
- Het woord landrat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 1 augustus 2009 'Hier geen gek toerisme'
- De Standaard 30 maart 2013 Zonnige groeten vanop de Helmut
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.