landgoedeigenaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·goed·ei·ge·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landgoedeigenaar landgoedeigenaren
landgoedeigenaars
verkleinwoord landgoedeigenaartje landgoedeigenaartjes

Zelfstandig naamwoord

landgoedeigenaar m

  1. de eigenaar van een landgoed

Gangbaarheid

  • Het woord 'landgoedeigenaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.