køre

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈkøːʌ/
Woordafbreking
  • kø·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord keyra
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
køre
kører
kørte
kørt
volledig

Werkwoord

køre

  1. rijden
  2. (verkeer) rijden
  3. vertrekken (van een bus of trein)
  1. «Toget kører om ti minutter.»
    De trein vertrekt over tien minuten.
  2. vervoeren
  3. (over de huid) gaan, strelen
  4. (op een stoel) heen en weer bewegen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1]: køre 11 kilometer på literen
11 kilometer per liter rijden
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: Det løb er kørt.
    Løbet er kørt.
De zaak is beslecht.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.