kunstboek

Nederlands

stilleven met opengeslagen kunstboek
Uitspraak
Woordafbreking
  • kunst·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstboek kunstboeken
verkleinwoord kunstboekje kunstboekjes

Zelfstandig naamwoord

kunstboek o

  1. een boek waarin kunstwerken worden besproken en waarin vaak ook veel afbeeldingen staan van kunstwerken
    • Paul Tieke verlaat vrijdag zijn galerie en atelier aan de Touwbaan, waar hij ruim 25 jaar zat. Vijfhonderd schilderijen en tachtig dozen vol kunstboeken verhuizen naar zijn nieuwe atelier op de hoek van de Marktstraat en De Waag.[2] 
    • Zelf heb ik titels van Nico Dijkshoorn, kunstboeken en vele Engelstalige boeken doorgegeven via mijn kast. Vooral in de zomer heb ik voor mijn deur leuke en spontane gesprekken met buurtgenoten en voorbijgangers naar aanleiding van de kast.[3] 

Gangbaarheid

  • Het woord kunstboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia 8 september 2016
  3. Volkskrant 20 november 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.