krul
![](../I/m/Redheadguy.jpg)
Man met rode krullen
Nederlands
Woordafbreking
- krul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krul | krullen |
verkleinwoord | krulletje | krulletjes |
Zelfstandig naamwoord
krul v/m
- spiraalsgewijs gekromde vorm
- Hij had in de hoeken wat krullen getekend ter versiering.
- lok haar die de vorm van [1] aanneemt
- Op het Boekenbal kwam een meisje naar me toe. Op zichzelf is dat een fijne beginzin – misschien moet ik daar maar meteen ophouden. Het suggereert genoeg. Ik kende haar een beetje, krulletjes, van die grote intense ogen waarvan je zou denken dat ze in het donker kunnen zien. We kletsten wat, ik stond daar in mijn galapak, mijn gepoetste schoenen, mijn das, vodka-tonic, helemaal Don Draper-modus, 100 procent confidence, totdat ze ineens de meest dodelijke zin zei die iemand op feestjes kan zeggen: „Ik zit eraan te denken om ook een roman te schrijven.” [3]
Hyponiemen
- bewolkingskrul, haarkrul, pijpenkrul
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord krul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'krul' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.