kriskras

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kris·kras
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van richting: in alle richtingen’ voor het eerst aangetroffen in 1902 [1]
  • samenstelling van  kris   en  kras   [2]

Bijwoord

kriskras

  1. willekeurig in alle richtingen
    • Met de tienertoerkaart konden we kriskras door Nederland reizen. 
  1. slordig
    • Alles lag kriskras door elkaar. 

Werkwoord

vervoeging van
kriskrassen

kriskras

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kriskrassen
    • Ik kriskras. 
  2. gebiedende wijs van kriskrassen
    • Kriskras! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kriskrassen
    • Kriskras je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kriskras staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.