kraamvrouw
Nederlands
Woordafbreking
- kraam·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kraam ww en vrouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kraamvrouw | kraamvrouwen |
| verkleinwoord | kraamvrouwtje | kraamvrouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
kraamvrouw v
- vrouw die kort geleden bevallen is en nog rust moet houden in het kraambed
Gangbaarheid
- Het woord kraamvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kraamvrouw' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.