knapper
Nederlands
Woordafbreking
- knap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knapper | knappers |
verkleinwoord | knappertje | knappertjes |
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
knapperen |
knapper
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knapperen
- Ik knapper.
- gebiedende wijs van knapperen
- Knapper!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knapperen
- Knapper je?
Gangbaarheid
- Het woord knapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knapper' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Deens
Woordafbreking
- knap·per
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.