knalrood
Nederlands
Woordafbreking
- knal·rood
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘felrood’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1]
- samenstelling van knal en rood [2]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | knalrood | knalroder | knalroodst |
| verbogen | knalrode | knalrodere | knalroodste |
| partitief | knalroods | knalroders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
knalrood
- fel, schreeuwend rood (-> brandweerwagen)
Gangbaarheid
- Het woord knalrood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knalrood' herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.