kloosterlinge

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kloos·ter·lin·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kloosterlinge -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

kloosterlinge

  1. (beroep) (religie) vrouw die religieuze geloften heeft afgelegd
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'kloosterlinge' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.