klokslag
Nederlands
Woordafbreking
- klok·slag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klok (zowel als muziek instrument dat geluid maakt, als instrument dat de tijd aangeeft) en slag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klokslag | klokslagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
klokslag m [1]
- heel plecies op tijd zijn op een moment dat de klok het hele of halve uur slaat
- We spreken af om klokslag 12 uur morgen middag bij de ingang van de school.
- het slaan van de klok
- Aan het slot klinkt de vraag: „Wilt u nog kinderen?” Hamerende klokslagen luiden de voorstelling uit.[2]
Gangbaarheid
- Het woord klokslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klokslag' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.