klitten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klit·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klitten
klitte
geklit
zwak -t volledig

Werkwoord

klitten

  1. vastklampen, plakken
    • De vriendinnen klitten altijd samen op het schoolplein 

Werkwoord

vervoeging van
klitten

klitten

  1. meervoud verleden tijd van klitten
    • Wij klitten. 
    • Jullie klitten. 
    • Zij klitten. 

Zelfstandig naamwoord

klitten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klit

Gangbaarheid

  • Het woord klitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.