kleurig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleu·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van kleur met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kleurigkleurigerkleurigst
verbogen kleurigekleurigerekleurigste
partitief kleurigskleurigers-

Bijvoeglijk naamwoord

kleurig [1]

  1. een kleur hebbend (gekleurd) of een verscheidenheid aan kleuren vertonend
  2. beeldend
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • kleurigheid
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kleurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.