groenkleurig
Nederlands
Woordafbreking
- groen·kleu·rig
Bijvoeglijk naamwoord
groenkleurig
- met een groene kleur
- Hy heeft een dik en groenkleurig lichaam, met vier doorschynende vlerken, die, onaangezien deeze hoedanigheid, eene groote verscheidenheid van kleuren laten schitteren, vooral van onderen, alwaar men twee ronde moesjes opmerkt, veel gelykheid hebbende met die van een paauwen-staart. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'groenkleurig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.