kleinkunst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klein·kunst
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘cabaretkunst’ voor het eerst aangetroffen in 1920 [1]
  • samenstelling van  klein   en  kunst   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kleinkunst kleinkunsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kleinkunst v [3]

  1. (kunst) podiumkunst in de eerste plaats bedoeld om te amuseren zoals cabaret maar ook het luisterlied en de musical
Afgeleide begrippen
  • kleinkunstacademie

Gangbaarheid

  • Het woord kleinkunst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.