kleinkunst
Nederlands
Woordafbreking
- klein·kunst
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘cabaretkunst’ voor het eerst aangetroffen in 1920 [1]
- samenstelling van klein en kunst [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinkunst | kleinkunsten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kleinkunst v [3]
- (kunst) podiumkunst in de eerste plaats bedoeld om te amuseren zoals cabaret maar ook het luisterlied en de musical
Afgeleide begrippen
- kleinkunstacademie
Gangbaarheid
- Het woord kleinkunst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kleinkunst' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.