kleerhanger
Nederlands
Kleerhangers van draad en hout
Woordafbreking
- kleerĀ·hanĀ·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleerhanger | kleerhangers |
verkleinwoord | kleerhangertje | kleerhangertjes |
Zelfstandig naamwoord
kleerhanger m [1]
- rek van hout, metaal of kunststof waaraan je jassen en overhemden kunt hangen
- De boze vrouw schold haar man de huid vol omdat hij zijn dure jasje zomaar op de grond had gegooid in plaats van netjes aan een kleerhangertje op te hangen.
- Binnen zit haar oudste zoon aan de keukentafel. Hij is bijna elf en normaliter vergroeid met zijn iPad, maar nu staart hij een beetje wazig voor zich uit. Hij heeft een glimlach zo breed alsof hij die nacht met een kleerhanger in zijn mond heeft geslapen. Mijn zus vraagt of er iets gebeurd is. [2]
Gangbaarheid
- Het woord kleerhanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kleerhanger' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.