kleedt uit
Nederlands
Woordafbreking
- kleedt uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitkleden |
kleedt (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkleden
- Jij kleedt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkleden
- Hij kleedt uit.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van uitkleden
- Kleedt uit!
Gangbaarheid
- Het woord kleedt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.