kleedt uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kleedt uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklet ˈœyt/
Woordafbreking
  • kleedt uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitkleden

kleedt (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkleden
    • Jij kleedt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkleden
    • Hij kleedt uit. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van uitkleden
    • Kleedt uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord kleedt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.