kledingzaak
Nederlands
Woordafbreking
- kle·ding·zaak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kleding en zaak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kledingzaak | kledingzaken |
verkleinwoord | kledingzaakje | kledingzaakjes |
Zelfstandig naamwoord
kledingzaak v/m
- een winkel die zich specialiseert in de verkoop van kleding
- Er zijn een paar goede kledingzaken in die straat.
Vertalingen
1. een winkel die zich specialiseert in de verkoop van kleding
|
Gangbaarheid
- Het woord kledingzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kledingzaak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.