klaarzetten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klaar·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klaarzetten
zette klaar
klaargezet
zwak -t volledig

Werkwoord

klaarzetten [1]

  1. overgankelijk iets ergens gereed voor gebruik neerzetten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • klaarzetting
Spreekwoorden
  • Als het geluk komt, moet je er een stoel voor klaarzetten.

Werkwoord

vervoeging van
klaarzetten

klaarzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van klaarzetten
    • ...dat wij klaarzetten. 
    • ...dat jullie klaarzetten. 
    • ...dat zij klaarzetten. 

Gangbaarheid

  • Het woord klaarzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.