kjole

En kone med en kjole.
Een vrouw met een jurk.

Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡçuːlə/
Woordafbreking
  • kjo·le

Zelfstandig naamwoord

kjole m

  1. (kleding) jurk
  2. (kleding) kleed (doop)
  3. (kleding) ambtskleding: talaar, ornaat
  4. (kleding) bepaalde kleding voor mannen
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kjole     kjolen     kjoler     kjolene  
Hyperoniemen
  • [1-4] klær
Afgeleide begrippen
  • [1] brudekjole, selskapskjole, sommerkjole
  • [2] dåpskjole
  • [3] prestekjole
  • [4] snippkjole, våpenkjole


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡçuːlə/
Woordafbreking
  • kjo·le

Zelfstandig naamwoord

kjole m

  1. (kleding) jurk
  2. (kleding) kleed (doop)
  3. (kleding) ambtskleding: talaar, ornaat
  4. (kleding) bepaalde kleding voor mannen
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kjole     kjolen     kjolar     kjolane  
genitief                
Hyperoniemen
  • [1-4] klede
Afgeleide begrippen
  • [1] brudekjole, selskapskjole, sommarkjole
  • [2] dåpskjole
  • [3] prestekjole
  • [4] snippkjole, våpenkjole
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.