kiesgerechtigde

Nederlands

een kiesgerechtigde brengt haar stem uit in het stemhokje
Uitspraak
Woordafbreking
  • kies·ge·rech·tig·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

kiesgerechtigde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van kiesgerechtigd
enkelvoud meervoud
naamwoord kiesgerechtigde kiesgerechtigden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kiesgerechtigde v/m

  1. iemand die het recht heeft om te kiezen bij verkiezingen
    • Bijna een derde van de Britten heeft niet gestemd. Die krappe meerderheid was dus onder alle kiesgerechtigden een minderheid geweest. Dit was de regering bij elke bocht in de weg ingepeperd. Sterker, binnen de regerende Tory-partij was een opstand uitgebroken. Veel Tories zijn vurige Brexiteers. Om hen te pacificeren en de partij bijeen te houden had de premier, wie het ook geweest was, in Brussel geen enkele concessie kunnen doen. Nul. Op geen enkel terrein. Dat had de EU lamgelegd op een moment dat de hele wereld verandert en zij mee moet veranderen. [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord kiesgerechtigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. NRC Caroline de Gruyter 1 april 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.