ketchup
Nederlands
Woordafbreking
- ket·chup
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘pikante saus’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- Uit het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ketchup | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ketchup m
- (voeding) een saus op basis van tomaten
- Hij at zijn frietjes met een klodder mayonaise en ketchup.
Afgeleide begrippen
- ketchupfabrikant, ketchupmaker, ketchupsaus
Vertalingen
1. een saus op basis van tomaten
Gangbaarheid
- Het woord ketchup staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ketchup' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.