katapult

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·ta·pult
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werptuig voor jongens’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
  • Van het Latijnse catapulta, wat op zijn beurt afkomstig is van het Griekse καταπέλτης (katapeltēs), wat op diens beurt weer komt van kata = neerwaarts + πάλλω (pallō) = gooien/smijten
enkelvoud meervoud
naamwoord katapult katapulten
verkleinwoord katapultje katapultjes

Zelfstandig naamwoord

katapult m

  1. apparaat om stenen en andere objecten mee weg te schieten.
    • In de middeleeuwen werd een katapult gebruikt bij belegeringen. 

Gangbaarheid

  • Het woord katapult staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.