katalysator
Nederlands
Woordafbreking
- ka·ta·ly·sa·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘in de scheikunde stof die een proces bespoedigt of vertraagt’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1]
- van het Griekse kata- ‘neer, omlaag’ [2]
- Naamwoord van handeling van katalyseren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | katalysator | katalysatoren katalysators |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
katalysator m [3]
- (scheikunde) stof die een chemisch proces bespoedigt of vertraagt zonder zelf verbruikt te worden
- datgene wat een proces of verloop bevordert (of vertraagt)
- (motortechniek) apparaat in motorvoertuigen dat de uitlaatgassen zuivert
Verwante begrippen
Hyponiemen
- biokatalysator, driewegkatalysator, uitlaatgaskatalysator, vervangingskatalysator
Gangbaarheid
- Het woord katalysator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'katalysator' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.