kasteelpoort

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·teel·poort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kasteelpoort kasteelpoorten
verkleinwoord kasteelpoortje kasteelpoortjes

Zelfstandig naamwoord

kasteelpoort v/m

  1. De meestal versterkte ingang van een kasteel. Typisch met een valhek en een brug over de kasteelgracht.

Gangbaarheid

  • Het woord 'kasteelpoort' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.