kapotje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kapotje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ka'pɔtʲə/
Woordafbreking
  • ka·pot·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘condoom’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
  • afgeleid van kapot
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord kapotje kapotjes

Zelfstandig naamwoord

kapotje o dim. tant.

  1. (informeel), (seksualiteit) voorbehoedsmiddel dat om de penis aangebracht wordt
    • Ga wat kapotjes halen! 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kapotje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.