kantwerk

1. licht, in patronen opengewerkt weefsel, vaak gebruikt als versiering van randen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kantwerk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑntwɛrək/
Woordafbreking
  • kant·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kantwerk kantwerken
verkleinwoord kantwerkje kantwerkjes

Zelfstandig naamwoord

kantwerk o

  1. (materiaalkunde), (kleding) licht, in patronen opengewerkt weefsel, vaak gebruikt als versiering van randen
  2. vervaardiging van licht, in patronen opengewerkt weefsel

Werkwoord

vervoeging van
kantwerken

kantwerk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kantwerken
    • Ik kantwerk. 
  2. gebiedende wijs van kantwerken
    • Kantwerk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kantwerken
    • Kantwerk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kantwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.