kanaalzwemmer
Nederlands
Woordafbreking
- ka·naal·zwem·mer
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van kanaalzwemmen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kanaalzwemmer | kanaalzwemmers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kanaalzwemmer m
- (schertsend) iemand die aan kanaalzwemmen doet d.w.z. voortdurend van het ene naar het andere kanaal zapt, een zapper
Gangbaarheid
- Het woord 'kanaalzwemmer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.