kamperfoelie
Nederlands
Woordafbreking
- kam·per·foe·lie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
- samenstelling van kamper en foelie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kamperfoelie | kamperfoelies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kamperfoelie v / m [3]
- (plantkunde) (medisch) Lonicera
een geslacht van slingerplanten en struiken met aangenaam ruikende bloemen
Hyponiemen
- tuinkamperfoelie
Gangbaarheid
- Het woord kamperfoelie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kamperfoelie' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.