kampement
Nederlands
Woordafbreking
- kam·pe·ment
Zelfstandig naamwoord
kampement o [2]
- (militair) militair terrein met kazerne en bijgebouwen
- Vermoedelijk is het kampement na een dagmars opgezet. De Romeinen, die hun Rijk tot aan de Elbe uitbreidden, reisden waarschijnlijk langs de rivier de Leine bij Hannover voor een militaire expeditie.[3]
- plaats waar meerdere tenten staan
- Koste wat kost proberen de autoriteiten een nieuwe ‘jungle’, een vast kampement, te voorkomen. Dat treft vooral het werk van hulporganisaties, zegt Alexandra Limousin van de lokale groep Auberge des Migrants. „Alles wordt geprobeerd om te voorkomen dat we voedsel geven.” Op papier mogen de organisaties op vaste tijden maaltijden en water aan de migranten distribueren, maar regelmatig zijn er politiecontroles. [4]
Gangbaarheid
- Het woord kampement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kampement' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- kampement op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Menno Sedee 15 oktober 2015
- Peter Vermaas 29 juni 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.