kamille
Nederlands
Woordafbreking
- ka·mil·le
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kamille | kamillen kamilles |
verkleinwoord | kamilletje | kamilletjes |
Zelfstandig naamwoord
kamille v/m
- (plantkunde) elk van de planten van het geslacht Matricaria
- Hij is een verzamelaar van kamillen.
- een geneesmiddel dat gemaakt wordt van de gedroogde bloemhoofdjes van de kamille
- Zij wist niet dat kamille ook een geneesmiddel is.
Vertalingen
1. elk van de planten van het geslacht Matricaria
Gangbaarheid
- Het woord kamille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kamille' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.