kakofonie
Nederlands
Woordafbreking
- ka·ko·fo·nie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘herrie’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Afgeleid van het Griekse κακος (lelijk) en φωνειν (klinken).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kakofonie | kakofonieën |
verkleinwoord | kakofonietje | kakofonietjes |
Zelfstandig naamwoord
kakofonie v
- een rommelig geheel van vele klanken door elkaar
Vertalingen
1. een rommelig geheel van vele klanken door elkaar
Gangbaarheid
- Het woord kakofonie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kakofonie' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.