kaassaus

Nederlands

paddenstoelen in kaassaus
Uitspraak
Woordafbreking
  • kaas·saus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaassaus kaassauzen
verkleinwoord kaassausje kaassausjes

Zelfstandig naamwoord

kaassaus v/m [1]

  1. een saus lijkend op bechamelsaus waarin gesmolten kaas verwerkt is
    • Hoe zou de wereld eruit zien zonder nootmuskaat? Nederland zou in elk geval zijn weggezakt in een nationale culinaire depressie. Want laten we eerlijk zijn: stamppot, witlof met kaassaus en de snotgare bloemkool bij het karbonaadje zijn nog enigszins te tolereren dankzij dat snufje nootmuskaat. Maar het opleuken van die nogal ongeïnspireerde Hollandse pot is slechts een voetnoot, een aardige bijkomstigheid. Dat curieuze exotische zaadje heeft de wereldgeschiedenis bepaald. [2] 
Verwante begrippen
  • bloemkoolsaus

Gangbaarheid

  • Het woord kaassaus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Joël Broekaert 4 februari 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.