kaassaus
Nederlands
![](../I/m/Crespelle_agli_Spinaci_e_Funghi3.jpg)
paddenstoelen in kaassaus
Woordafbreking
- kaas·saus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kaas en saus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaassaus | kaassauzen |
verkleinwoord | kaassausje | kaassausjes |
Zelfstandig naamwoord
kaassaus v/m [1]
- een saus lijkend op bechamelsaus waarin gesmolten kaas verwerkt is
- Hoe zou de wereld eruit zien zonder nootmuskaat? Nederland zou in elk geval zijn weggezakt in een nationale culinaire depressie. Want laten we eerlijk zijn: stamppot, witlof met kaassaus en de snotgare bloemkool bij het karbonaadje zijn nog enigszins te tolereren dankzij dat snufje nootmuskaat. Maar het opleuken van die nogal ongeïnspireerde Hollandse pot is slechts een voetnoot, een aardige bijkomstigheid. Dat curieuze exotische zaadje heeft de wereldgeschiedenis bepaald. [2]
Verwante begrippen
- bloemkoolsaus
Gangbaarheid
- Het woord kaassaus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kaassaus' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.