joker
Nederlands
Woordafbreking
- jo·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘overscharige kaart’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1948 [1]
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘teken om 0 of meer willekeurige tekens te zoeken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1995 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | joker | jokers |
verkleinwoord | jokertje | jokertjes |
Zelfstandig naamwoord
joker m
- (kaartspel) een kaart met een afbeelding van een nar, die niet tot de vier speelkleuren behoort
- De rol van de joker verschilt van spel tot spel.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jokeren |
joker
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jokeren
- Ik joker.
- gebiedende wijs van jokeren
- Joker!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jokeren
- Joker je?
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord joker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'joker' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.