jobstijding
Nederlands
Woordafbreking
- jobs·tij·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Job en en tijding zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jobstijding | jobstijdingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
jobstijding v
- een boodschap van slechte aard
- De dokter kwam met de jobstijding dat de patiënt niet lang meer te leven had.
Gangbaarheid
- Het woord jobstijding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jobstijding' herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.