jetlag
Nederlands
Woordafbreking
- jet·lag
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘fysieke ervaring van tijdsverschil op lange vluchten’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- samenstelling van de engelse woorden jet (straalvliegtuig) en lag (achterstand)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jetlag | jetlags |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
jetlag m
- situatie waarin je je niet lekker voelt door verstoring van o.a. het slaap waakritme door een snelle verre reis naar een andere tijdzone. Letterlijk: het lichaam kan het snelle vliegtuig niet bijbenen.
- Een vliegreis van Europa naar Amerika verstoort het bioritme, deze verstoring noemen we een jetlag.
Gangbaarheid
- Het woord jetlag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jetlag' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.