bioritme
Nederlands
Woordafbreking
- bio·rit·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ritme in de levensverschijnselen’ voor het eerst aangetroffen in 1980 [1]
- afgeleid van ritme met het voorvoegsel bio-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bioritme | bioritmes bioritmen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bioritme o
- de regelmatige op- en neergang van biologische processen in een organisme
- Een vliegreis van Europa naar Amerika verstoort het bioritme, deze verstoring noemen we een jetlag.
Gangbaarheid
- Het woord bioritme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bioritme' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.