jankbui
Nederlands
Woordafbreking
- jankĀ·bui
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jank ww en bui
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jankbui | jankbuien |
verkleinwoord | jankbuitje | jankbuitjes |
Zelfstandig naamwoord
jankbui v/m
- een aanval van aanhoudend gejank
- De man werd erg verdrietig van de jankbuien van zijn dochter.
Gangbaarheid
- Het woord 'jankbui' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.