jaknik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jaknik    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjaknɪk/
Woordafbreking
  • ja·knik
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling van ja knikken, op te vatten als samenstelling van  ja tw  en  knik zn 
enkelvoud meervoud
naamwoord jaknik -
verkleinwoord jaknikje -

Zelfstandig naamwoord

jaknik m

  1. blijk van instemming door met het hoofd kort voorover te kantelen
    • De vedette van Anderlecht zag zijn woorden met een jaknik van meer dan 60.000 mensen beantwoord. [1]
    • Je hebt me laten roepen, Bartels, vangt deze aan, heb je mij iets te vragen? Jaknik.  [2]
Schrijfwijzen
  • ja-knik

Gangbaarheid

  • Het woord 'jaknik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.