jakken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jak·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
jakken
jakte
gejakt
zwak -t volledig

Werkwoord

jakken

  1. snel rijden of lopen, jakkeren
  2. ravotten
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

jakken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jak
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord jakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.