invoeging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·voe·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van invoegen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord invoeging invoegingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

invoeging v [1]

  1. het invoegen
  2. datgene wat ingevoegd wordt of is
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord invoeging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.