intocht
Nederlands
![](../I/m/Nationale_Intocht_Sinterklaas_in_Maassluis%2C_sleepboot_de_Furie_met_Zwarte_Pieten_IMG_4625_2016-11-12_11.45.jpg)
de intocht van Sinterklaas met de stoomboot
Woordafbreking
- in·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en tocht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | intocht | intochten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
intocht m [1]
- Ze fotografeerde de landing in Normandië, intocht in Parijs, de bevrijding van Bergen-Belsen en op dezelfde dag maakte ze met collega en minnaar David Scherman beroemde foto’s in het bad van Adolf Hitler in zijn appartement in München. [2]
- een feestelijke, plechtige inkomst van een belangrijk persoon
- Maar in onze eigen stad, Amsterdam, laten we de kerken vooral links liggen. Alleen toen onze twee zonen klein waren en we jaarlijks naar de intocht van Sinterklaas gingen, hadden we als gewoonte om na Zijn aankomst even de Basiliek van de Heilige Nicolaas te bezoeken, de katholieke koepelkerk tegenover het Centraal Station, waar een groot beeld van de heilige in de top van de gevel neerkijkt op de voorbijgangers. [3]
Gangbaarheid
- Het woord intocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'intocht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Daan van Lent 5 januari 2017
- NRC ernard Hulsman 16 februari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.